GUAYA’B

Van oudsher doen de landbouwgemeenschappen in het noordwesten van Guatemala aan diversificatie. Op grotere hoogten houden de leden van Guaya’b schapen en telen ze aardappelen, maïs en groenten, maar ook haver en tarwe voor eigen consumptie. Op de lokale markt verhandelen ze hun pinda’s, pepers en hibiscus.  

In de lagergelegen gebieden heeft elke familie wel z’n koffieveld liggen. Biologische honing is vooral belangrijk als extra gezinsinkomen. Koffie en honing kunnen dankzij transport door Guaya’b in de soms onherbergzame gebieden, opgehaald worden voor export. De coöperatie zet haar winsten in om de economische, sociale, educatieve, technische en culturele ontwikkeling van de landbouwgemeenschappen te bevorderen.  

Zo kon Guaya’b met steun van z’n fairtradepartners de omslag maken naar 100% biologische productiewijze. Echter, de hoogwaardige honingproductie staat de laatste decennia zwaar onder druk. Klimaatverandering heeft de oogst met 70% doen dalen. “Omdat de grote industrieën hun verantwoordelijkheid voor CO2-uitstoot onvoldoende opnemen, nemen wij als coöperatie zélf het heft in handen”, klinkt Lucas Silvestre, directeur bij Guaya’b, strijdvaardig. 

De fairtrade-evolutie 

“Zo konden we met de steun van fairtradepartners de herbebossing met bij-vriendelijke, bloemrijke en stuifmeelproducerende plantensoorten bevorderen”. Guaya’b heeft intussen een eigen boomkwekerij met 7000 planten, met voornamelijk zwarte belladonna. Dit is een plant die zeer efficiënt nectar produceert. Daarnaast verdeelde de coöperatie in 2020 ongeveer 5000 sinaasappel-, mandarijn-, citroen-, mango-, avocado- en perzikbomen. De heropleving van deze biodiversiteit is bepalend voor de kwaliteit en smaak van deze polyflora- bijenhoning 

Bovendien is er ook een groep vrouwelijke producenten die zelf bijenwas verwerken tot honingraat in de bijenkasten; dit levert hen een extra inkomen op. Onder andere op deze manier timmeren vrouwen in deze regio aan hun weg naar financiële onafhankelijkheid.